Ongedwongen geloven

Zoals blijkt uit het onderstaande heeft iedere religie zijn of haar eigen tijdrekening. Toch werd onze christelijke tijdrekening de algemeen over de hele wereld erkende tijdrekening.

2021

=

het jaar 1443 volgens de Islamitische kalender

het jaar 2567 volgens de Boeddhistische kalender

het jaar 2078 volgens de Hindoekalender

het jaar 5782 volgens de Joodse kalender

het Jaar van de os volgens de Chinese kalender

Onze jaartelling is in de 6e eeuw ontstaan. Oorspronkelijk gaf men alleen de jaren ná Christus’ geboorte (ab incarnatione Domini of Anno Domini) als zodanig aan. Vanaf de 17e eeuw begon men ook de tijd daarvoor in jaren vóór Christus te benoemen. Zo kon de Christelijke jaartelling uiteindelijk ook andere kalenders in zich opnemen.

De oorsprong van de christelijke jaartelling en de zonnekalender waarop ze is gebaseerd liggen beide in Rome, in de wereld van Julius Caesar en keizer Augustus. Aanvankelijk kende een jaar 355 dagen. Volgens de legende kregen de Romeinen hun op de maanstand gebaseerde kalender van de stichter van Rome, Romulus. Een jaar had 10 maanden van 29 of 31 dagen, gevolgd door een naamloze periode van 59 dagen (2 maan maanden)

Later (ongeveer 700 voor Christus) voegde Numa Pompilius de maanden Januarius en Februarius toe. Verder verloren een aantal maanden 2 dagen zodat er een jaar van 355 dagen overbleef.

De maanden waren de volgende: Martius, Aprilis, Maius en Iunius Daarna hadden de maanden wat prozaïscher namen: , Quinctilis (de vijfde), Sextilis ( zesde), September (zevende), October (achtste), November (negende), December (tiende) gevolgd dus door Ianuarius en Februarius. Hiervan hadden Ianuarius, Martius, Maius, Quinctilis, september en november 31 dagen, Februarius had 29 dagen en de rest had 30 dagen. Het begin van het jaar lag bij de maand Martius. Julius Caesar voerde per 1 januari 45 voor Christus een kalenderhervorming door zodat de kalender, gebaseerd op de maan, weer in de pas liep bij het zonnejaar. De lengte van een jaar werd bepaald op 365 dagen en om de vier jaar werd een schrikkeldag toegevoegd aan februarius. Julius Caesar werd geëerd na zijn gewelddadige dood: de maand Quinctilis werd voortaan Juli genoemd. Augustus volgde ook in de kalender zijn adoptief-vader op: Sextilis werd na diens dood omgedoopt tot augustus. Nu doemde een probleem op. Augustus had 30 dagen, juli 31 dagen! Dat kon dus niet, vandaar dat ook augustus 31 dagen kreeg, daartoe verloor februarius 1 dag en moest het dus met 28 dagen doen (of 29 dagen). Om te voorkomen dat er nu 3 maanden achterelkaar 31 dagen had, verloor september 1 dag t.b.v. oktober en stond november zijn 31e dag af aan december.

Nadat de senaat bij wijze van eerbetoon aan keizer Tiberius had voorgesteld om tijdens diens leven al september om te dopen tot Tiberius, antwoordde de keizer vereerd te zijn, maar wat dachten de heren senatoren te doen als er een dertiende keizer aan de macht kwam? September bleef dus september

Het zonnejaar werd vastgesteld op 365,25 dagen. In werkelijkheid duurt het echter iets korter, namelijk 365,2422 dagen. Een klein verschil, maar na zestien eeuwen was het aangegroeid tot tien dagen.

Reeds in de Middeleeuwen had men dit probleem onderkend, maar men kon het niet eens worden over de oplossing. Uiteindelijk lukte het de Italiaanse arts Aloysius Lilius (ca. 1510-1576) een definitief ontwerp voor de kalenderhervorming te maken, die na zijn dood in 1577 door zijn broer werd aangeboden aan paus Gregorius XIII. Een pauselijke commissie sprak er een gunstig oordeel over uit en op 24 februari 1582 verscheen de pauselijke bul Inter gravissimas, waarin de nieuwe kalender werd aangekondigd. Het lente-aequinoctium (wanneer dag en nacht even lang zijn) werd weer op 21 maart vastgesteld. Eerder was het verschoven naar 11 maart. Omdat tien dagen moesten uitvallen, werd dat jaar donderdag 4 oktober gevolgd door vrijdag 15 oktober. Om er voor te zorgen dat het lente-aequinoctium niet opnieuw zou verschuiven werd besloten het systeem van schrikkeljaren aan te passen, zodat elk jaartal dat deelbaar was door 4 maar ook door 100 voortaan geen schrikkeljaar is, behalve als het ook door 400 te delen is. Dat betekent dat bijvoorbeeld 1600, 2000 en 2400 schrikkeljaren zijn, maar 1700, 1800, 1900, 2100, 2200 en 2300 niet. Het gemiddelde gregoriaanse jaar duurt derhalve 365,2425 dagen. Per 1000 jaren worden er daardoor gemiddeld 7,5 dagen gecorrigeerd.
Deze kalenderhervorming werd niet in heel Nederland op hetzelfde moment ingevoerd. Brabant en Zeeland hadden al in 1582 tien dagen overgeslagen. Daar volgde 25 december op 14 december. Holland paste in 1583 de kalender aan. Op 1 januari gingen de mensen in Holland naar bed en de volgende dag werden ze wakker op 12 januari. Utrecht, Gelderland, Overijssel, Friesland volgden in 1700 en Drenthe zelfs pas in 1701.

In de katholieke landen Spanje en Portugal werd de gregoriaanse kalender direct ingevoerd. Andere katholieke landen volgden binnen enkele jaren.

In veel protestantse gebieden werd de nieuwe kalender pas rond 1700 aanvaard.

In Engeland werd de gregoriaanse kalender de dag na 2 september 1752 ingevoerd. Het verschil was inmiddels opgelopen tot 12 dagen! Die dag werd toen 14 september. Er werd daarna gesproken van Old Style en New Style. Er waren in het land vele opstootjes, want het volk eiste de hun ontnomen 12 dagen terug (men dacht werkelijk dat men 12 dagen eerder doodging). Schotland daarentegen voerde omwille van de handel de kalender al in 1600 in.

Japan stapte in 1893 over op de gregoriaanse kalender, het revolutionaire Rusland in 1918. Het verschil tussen beide kalenders was intussen tot 13 dagen opgelopen, zodat op 31 januari 1918 onmiddellijk 14 februari volgde. Doordat de Russische revolutie drie maanden voor deze hervorming plaatsgevonden had, op 25 oktober 1917, kreeg deze hervorming een vreemd gevolg: de eerste herdenking van de Oktoberrevolutie, uiteraard 365 dagen later, viel niet in oktober maar op 7 november.
Het laatste land dat de gregoriaanse kalender officieel invoerde was China in 1949.

Bij deze kalenderhervorming volgde nog een belangrijke wijziging, die vaak vergeten wordt. Het jaar zou voortaan overal beginnen op 1 januari. Vandaar dat de oorspronkelijke 8e maand, oktober nu onze 10e maand is.

Uiteraard moest er ooit begonnen zijn met tellen, dus hoe zit het met het jaar 1??

In wat wij nu het jaar 1 noemen hadden de tijdgenoten niet het flauwste vermoeden van de omwenteling in de tijdsaanduiding die ging komen. Voor de gemiddelde burger was het een jaar zoals voorgaande jaren, alweer het 28e jaar van de regering van keizer Augustus, of, exacter, het 32e jaar van de alleenheerschappij van Octavianus, die zich later de Verhevene, Augustus, liet noemen. Bovendien wist men dat Rome’s hoogste magistraten, de consuls Gaius Julius Caesar (adoptiefzoon van Augustus) en Lucius Aemilius Paullus hun namen aan het jaar mochten geven.

De gewoonte om het jaar te vernoemen naar de hoogste magistraten was al eeuwen oud en had parallellen in de Griekse en Egyptische wereld: in Athene werd het jaar vernoemd naar de jaarlijks verkozen Archonten, Sparta vernoemde haar jaar naar de eveneens jaarlijks verkozen Ephoren. Egypte rekende in regeringsjaren van de Farao’s. Daarnaast kenden de Grieken een voor de Griekse wereld universele tijdrekening: de vierjaarlijkse Olympiade (de eerste Olympische Spelen werden in 776 voor Christus gehouden). Volgens die rekening was het jaar 1 het eerste jaar van de 195e Olympiade.
In Rome stonden de namen van alle Consuls in een inscriptie in marmer gegrift, te raadplegen op het Capitool. (de naam van Gaius Marius kwam maar liefst 7x voor) Ontwikkelde Romeinen wisten echter ook dat óns’jaar 1 gelijk was aan het 754e jaar sinds de legendarische stichting van Rome door Romulus (Ab Urbe Condita, A.U.C.). Deze tijdrekening was kort daarvoor door geleerden berekend. Veel verder dan de geschiedenis van Rome konden ook intellectuelen niet terugzien in het verleden. Voor de stichting van de stad vertelden sagen van eerbiedwaardige maar eveneens schimmige figuren als Aeneas, die uit het brandende Troje na vele omzwervingen in Italië was aangekomen. Dit feit verbond de Romeinse geschiedenis met die van de Trojaanse oorlog en met behulp van Griekse geleerden kon men berekenen dat die gebeurtenis ongeveer 450 jaar voor de stichting van Rome moest hebben plaats gehad (Het jaar 1184 v.Chr. is thans de meest geaccepteerde datum voor de Trojaanse Oorlog, omdat ook de archeologie aantoont dat rond die tijd de culturen van Kreta, het Griekse vasteland en Anatolië teloor gingen.). Nog verder terug lag de tijd van de Griekse helden zoals Herakles (internationaal doorgebroken nadat Disney een tekenfilm over het leven van de held had geproduceerd). Daar weer achter lag de tijd van de goden en daarover waagde niemand zich meer aan precieze berekeningen.

De Christenen gebruikten aanvankelijk gewoon de tijdrekening van de Romeinen, ook nadat het Christendom tijdens de regering van Theodosius tot staatsgodsdienst was verklaard. Pas in de 3e eeuw werd een Christelijk-Joodse chronologie opgesteld door Africanus, gebaseerd op de bijbel: hij deelde de wereldgeschiedenis in in 7000 jaar. De eerste 5000 jaar besloeg de schepping van Adam tot de Babylonische ballingschap. Daarna volgde tot 5999 de voorbereiding op de komst van de Heer. In het jaar 6000 zou de wederkomst van de Heer plaatsvinden waarna het duizendjarige rijk van het Hemels koninkrijk zou aanbreken.

Echter, het jaar 6000, ons jaar 500, ging voorbij zonder dat er iets gebeurde. Nou ja, er gebeurde natuurlijk wel iets (de volksverhuizingen bijvoorbeeld), maar niet datgene waarop gewacht werd: de dag des oordeels bleef uit, evenals de voorspelde wederkomst van de Heer. Geen wonder dat Africanus’ berekeningen hun geloofwaardigheid verloren nadat de Christelijke wereld tevergeefs 25 jaar had gewacht.

Tenslotte trad een monnik, Dionysius Exiguus genaamd , op de voorgrond. Hij berekende in 532 met behulp van ingewikkelde tabellen, die nodig waren om de opeenvolgende paasdata die op de Joodse maankalender waren gebaseerd aan de Romeinse zonnekalender aan te passen, dat de geboorte van Jezus Christus in het jaar 753 A.U.C. had plaatsgevonden en dat sindsdien 28 cycli van negentien jaar zouden zijn verstreken. Hij noemde zijn tijdrekening Anni Domini nostri Jesu Christi, oftewel Anni Domini.

Deze nieuwe tijdrekening werd niet onmiddellijk in de Christelijke wereld in gebruik genomen. Zelfs de ‘uitvinder’ Exiguus bleef zijn brieven op de traditionele manier dateren. Pas 200 jaar later, rond 732, gebruikte de Engelse monnik Beda Venerabilis in zijn “Kerkgeschiedenis van het Engelse volk” als eerste de nieuwe jaartelling. Langzamerhand veroverde Exiguus’ kalender de westerse wereld en werd het jaar 1 het belangrijkste jaar uit de geschiedenis.

In de vierde eeuw zorgden keizer Constantijn de Grote en de bisschoppen van de uit vervolging bevrijde vroege Kerk ervoor dat Kerstmis op 25 december zou worden gevierd. Kerstmis werd voor het eerst gevierd in Rome op 25 december in het jaar 336. In de oosterse gebieden werd Kerst 13 dagen later gevierd: 6 januari. In 354, kort na het Concilie van Nicea waar het pauselijk gezag vanuit Rome werd bevestigd, werd 25 december tot feest voor de hele kerk, in West én Oost, verklaard.

MAAR………, klopt de berekening wel?? Het zal u niet verbazen dat de vraag helaas ontkennend moet worden beantwoord.

De 4 evangeliën, de belangrijkste bron, blijken meerdere conclusies te rechtvaardigen. Dionysius baseerde zich vooral op het evangelie volgens Lucas.

In Lucas 3:1 staat dat Johannes de Doper in het 15e jaar van de regering van Tiberius in de openbaarheid trad. Tiberius volgde in 14 na Christus Augustus op als keizer, hetgeen betekent dat Johannes in ons jaar 29 opstond. We vervolgen Lucas’ verhaal met 3:23 : Jezus zou 30 jaar zijn geweest toen hij één jaar later in de openbaarheid verscheen. Tot zover gaat alles nog goed, echter Dionysius wist met een aantal gebeurtenissen geen raad waaronder de sterfdatum van Herodes de Grote. Wij weten nu dat dit feit in 4 voor Christus plaats vond en nu komen we dus in de problemen! Volgens evangelist Mattheüs (2: 19-23) keerden Jozef, Maria en het Kind onmiddellijk na de dood van Herodes terug uit Egypte. Bovendien was deze Herodes ten tijde van de geboorte van Jezus koning.We lezen in Mattheüs 2:6-18 dat drie wijzen uit het oosten zich meldden bij koning Herodes met de vraag waar de pas geboren koning zich bevond opdat zij Hem eer konden bewijzen. Voor Herodes zou dat de aanleiding zijn tot zijn bevel om alle pasgeborenen tot 2 jaar in en om Bethlehem om het leven te laten brengen. Dit gruwelijke verhaal (je zou daar nu gegarandeerd voor worden gedagvaard door het Internationaal gerechtshof in Den Haag) werd alleen opgetekend door Mattheüs; historicus Flavius Josephus rept in zijn Oude geschiedenis van de Joden met geen woord over de kindermoord. De geboorte zou afgaand op bovenstaande in 5 of 6 voor Christus moeten hebben plaatsgevonden. Alsof dit niet erg genoeg is geeft Lucas 2:1-7 aanleiding voor weer een andere datum. Hier lezen we dat Jozef en Maria vanuit Nazareth richting Bethlehem trokken vanwege een volkstelling. Deze volkstelling vond, volgens de evangelist, plaats in de periode dat Quirinus landvoogd was over Syrië. Deze Quirinus trad 10 jaar na de dood van Herodes de Grote op de voorgrond, waardoor de geboorte van Jezus zou verschuiven naar 6 na Christus.

Zitten we nog met het probleem van het verschijnen van de ‘Ster van Bethlehem’. In Mattheüs 2:1-12 staat beschreven hoe drie Wijzen uit het oosten zich lieten leiden door De Ster. De exacte toedracht zal nooit worden opgehelderd. Geopperd wordt dat de drie sterrenkundigen zich lieten leiden door een “gewone”ster, maar ook een komeet, meteoriet of een nova behoren tot de mogelijkheden, maar de minst onwaarschijnlijke gedachte is de idee dat het zou hebben gegaan om een unieke samenstand van meerdere planeten. Omdat de banen en omlooptijden van de planeten van ons zonnestelsel bekend zijn, kunnen eventuele samenstanden in de toekomst maar ook uit het verleden berekend worden. In het jaar 3 voor Christus vertoonden de planeten Jupiter en Saturnus zo’n samenstand. Daar in een wereld zonder kunstlicht het verschil tussen dag en nacht veel intenser werd beleefd dan in onze tijd, gaf een samenstand van de twee grootste planeten uit ons zonnestelsel opvallend meer licht en moest dus wel worden opgemerkt door deskundigen op dat gebied. Op 21 december 2020 was er weer een samenstand van deze twee planeten vanaf de aarde te zien!
Zoals eerder opgemerkt lieten de drie Wijzen zich aandienen bij koning Herodes met de daaropvolgende dramatische gebeurtenissen.

Nu zitten we dus opgescheept met de verwarrende gedachte dat Jezus geboren zou kunnen zijn 5-6 jaar voor tot 6 jaar na het begin van de jaartelling die op Zijn geboorte is gebaseerd. Het is gelukkig niet waarschijnlijk dat de tijdrekening van Dionysius Exiguus ooit nog zal worden aangepast.

Robert van Venetië

Wie zijn wij?

Het motto ongedwongen geloven geeft aan waar wij voor staan: geloven met een open en kritische houding geïnspireerd door de Joods-Christelijke traditie met oog voor kunst, filosofie en wetenschap. 

Meer informatie

Persoonlijk contact

Wilt u meer informatie over de Houtrustkerk, de nieuwsbrief of wilt u maandelijks op de hoogte worden gehouden van activiteiten bij de Houtrustkerk? Of wilt u contact met de predikant voor een goed gesprek? Neem dan contact op via houtrustkerk@gmail.com en laat gegevens achter hoe u benaderd wilt worden.

Agenda

Bekijk de agenda hier.

Kerkdiensten

Elke zondag om 10:30 in onze eigen kerk tenzij anders aangegeven in de agenda.

Meer informatie

Kerkomroep

Diensten via de kerkomroep kunt u terugkijken via deze link.

ANBI VVP Den Haag

Naam: Vereniging van Vrijzinnige Protestanten te ’s-Gravenhage en omstreken

RSIN: 002601977

Meer informatie